feil - Searching... - Nederlands Woordenboek

1. abuis: mis feil fout error flater blunder dwaling erratum misgreep misvatting vergissing misrekening
2. afwijking: tic feil ecart manie gebrek variët ziekte dwaling mutatie storing variant anomalie deviatie stoornis syndroom variatie verschil aberratie a
3. defect: feil stuk kapot gebrek kaduuk onklaar storing beschadigd geschonden
4. faal: feil fout gebrek misslag vergissing tekortkoming
5. feil: faal fout abuis gebrek misser tekort erratum missing misslag vergissing tekortkoming
6. flater: bok feil fout abuis bevue gaffe kemel figuur flater blunder domheid misslag misgreep miskleun enormiteit stommiteit vergissing
7. fout: bok mis evel faal feil abuis euvel zonde bêtise flater gebrek lapsus leemte misser blunder dwaling erratum foutief misslag misstap onjuist
8. gebrek: faal feil fout nood armoe euvel gemis krimp kwaad kwaal manco smeur defect kommer krapte leemte tekort ziekte armoede derving misslag ondeu
9. mankement: feil fout euvel gemis manco panne defect gebrek letsel tekort ongeluk storing tegenslag tekortkoming lichaamsgebrek onvolkomenheid
10. mislukking: sof feil flop echec strop afgang fiasco misser debacle misslag bankroet tegenslag schipbreuk tegenspoed