Edict, Gebod, Regel, Bestel, Decreet, Statuut, Regeling, Scriptie, Ordinatie, Reglement, Voorschrift, Raadsbesluit

Gelasten, Decreteren

Met zich meebrengen, Ten gevolge hebben, Tot gevolg hebben, Doen, Baren, Geven, Laten, Maken, Kweken, Wekken, Zaaien, Leiden Tot, Aandoen, Brengen, Bezorgen, Opwekken, Scheppen, Stichten, Opleveren, Uitlokken, Aanbrengen, Aanrichten, Berokkenen, Ontketenen, Toebrengen, Aanstichten, Verschaffen, Voortbrengen, Teweegbrengen

Laten, Gedogen, Toelaten, Toestaan, Permitteren

Doem, Straf, Vloek, Vonnis, Kritiek, Oordeel, Damnatie, Afkeuring, Afwijzing, Uitspraak, Verwerping, Condemnatie, Schuldigverklaring

Laken, Doemen, Wraken, Hekelen, Afwijzen, Afkeuren, Straffen, Verwerpen, Vonnissen, Bestraffen, Vervloeken, Bekritiseren

Kwaad, Gebelgd, Toornig, Ontstemd, Gepikeerd, Verbolgen, Verongelijkt

Querulant

Gebelgd, Beledigd, Verbolgen, Verontwaardigd

Gis, These, Fictie, Geloof, Mening, Aanname, Gissing, Giswerk, Gedachte, Premisse, Assumptie, Hypothese, Vermoeden, Presumptie, Suppositie, Onderstelling

Saltatie

Bijhouden, Verzaken, Verzuimen

Gevoelloos worden, verstijven van de kou Bedotten, Bedriegen, Verkleumen

Innovatie, Herleving, Renovatie, Reparatie, Verjonging, Vervanging, Verversing, Herbronning, Hernieuwing, Herstelling, Regeneratie, Restauratie, Re-Integratie, Reorganisatie, Wedergeboorte

Laven, Omruilen, Hervormen, Opknappen, Opfrissen, Renoveren, Vervangen, Verversen, Hernieuwen, Herstellen, Verkwikken, Restaureren, Verwisselen, Moderniseren