Leider, Ouderling

Tentamen, Toelatingsexamen

Diseur

Act, Rede, Dictie, Lezing, Oratie, Reciet, College, Causerie, Referaat, Inleiding, Nominatie, Recitatie, Toespraak, Declamatie, Aanbeveling, Kandidatuur, Presentatie, Aanbevelingslijst

Nut, Mooi, Batig, Zacht, Nuttig, Zuinig, Gunstig, Oorbaar, Goedkoop, Rendabel, Weldadig, Lucratief, Renderend, Voordelig, Attractief, Profijtelijk, Profitabel, Vruchtbaar, Winstgevend, Aantrekkelijk

Nut

Nut, Baat, Bate, Heil, Gewin, Snaai, Winst, Belang, Gerief, Mazzel, Profijt, Provenu, Avantage, Pluspunt, Voorbaat, Meevaller, Buitenkansje

Eer, Voor, Aleer, Eerst, Alvoor, Eerdat, Vooraf, Tevoren, Vroeger, Alvorens, Bevorens, Daarvoor, Indertijd, Vooraleer

Defilé

Omgaan, Vergaan, Omkomen, Omlopen, Passeren, Verlopen, Overgaan, Heengaan, Passeren, Langsgaan, Omkomen, Verstrijken, Ontsnappen, Overtrekken, Overwaaien

Af, Ex, Na, Om, Oud, Ten Einde, Uit, Heen, Over, Klaar, Langs, Passé, Vorig, Achter, Achter De Rug, Gedaan, Gereed, Verder, Gebeurd, Geleden, Geweest, Vergaan, Vroeger, Afgedaan, Gepleegd, Verleden, Verlopen, Verloren, Voltooid, Afgelopen, Beëindigd, Geëindigd, Geëindigd, Vervallen, Vervlogen, Gepasseerd, Verstreken, Jongstleden, Laatstleden

Bestemmen, Predestineren

Bestemmen, Predestineren

Maak, Aanloop, Huiswerk, Planning, Voorwerk, Aanstalte, Opleiding, Aanstalten, Klaarmaken, Preparatie, Ontwikkeling, Toebereidsel, Voorbereidsel

Vormen, Beramen, Oefenen, Opmaken, Trainen, Bereiden, Aanleggen, Instrueren, Klaarmaken, Preluderen, Prepareren, Voorwerken, Gereedmaken, Klaarstomen, Toebereiden, Warmdraaien